Hoofddoel van de RET is een gelukkiger leven door mensen rationeler te laten denken, door de juiste gevoelens op het juiste moment te ervaren en door functioneler en effectiever gedrag te vertonen. Grondlegger is Albert Ellis die zich weer liet inspireren door de Griekse wijsgeer Epictetus:
“Het zijn niet de gebeurtenissen die de mensen angstig maken, maar slecht de wijze waarop de mensen ze bekijken…”
Rationele gedachten leiden tot het stellen van realistische doelen voor jezelf en het stellen van realistische eisen aan jezelf en het kiezen van logische manieren om aan deze eisen en doelen te voldoen. Onjuiste gevoelens leiden tot gevoelens van boosheid en frustratie en maken de zaken alleen nog maar erger; het zijn meestal absolutistische, dwingende en moet-achtige gevoelens waarmee mensen zichzelf en anderen van alles opleggen. Effectief en functioneel gedrag is duurzaam, constructief en gericht op een gelukkig leven voor iedereen.
Van Ellis wordt gezegd dat hij zeer actief-directief op zoek gaat naar de irrationele ideeën van zijn cliënten. Persoonlijk geloof ik in een wat meer Rogeriaanse aanpak waarbij empathie en luisteren een belangrijke rol spelen, maar die wel leidt tot het door de coachee zelf ter discussie stellen van oordelen, meningen en overtuigingen van zichzelf.
Interessant om te onderzoeken wat ‘helpende’ en wat ‘belemmerende’ gedachten en overtuigingen zijn. Hoe kun je belemmerende gedachten vervangen door meer helpende en constructieve gedachten?
Mensen die weinig of niet reflecteren op hun gedrag zien vaak hun gedrag als een logische reactie op de prikkels die zij vanuit hun omgeving krijgen. Met de RET wordt de nadruk gelegd op het onderzoeken van de ideeën en (irrationele) gedachten die tussen een prikkelende gebeurtenis en jouw gedrag liggen. Waarom doe je wat je doet en waar is dat op gebaseerd? Op welke andere manieren kun je naar de prikkel kijken en tot welke gedragsalternatieven leidt dit.
Een variant op de RET is uitgewerkt door Byron Katie met haar ‘vier vragen die je leven veranderen’:
- Is het waar?
- Kan je absoluut weten dat het waar is?
- Hoe reageer je als je deze gedachte hebt?
- Wie of wat zou je zijn zonder deze gedachte?