Door - 24 mei 2015

Vier grondbeginselen:

  1. Het universum is open en emergent van aard; een aantal eenvoudige, voor een situatie bepalende componenten kan zich plotseling op een hoger niveau van zelfgroepering als een geheel nieuwe entiteit manifesteren.
  2. Het universum is een gebied van ongedeelde heelheid: zowel de materiële wereld als het bewustzijn maken deel uit van hetzelfde ongedeelde geheel; alles is onlosmakelijk met elkaar verbonden en deel van hetzelfde geheel en daarom is alles – inclusief de intenties en de manier van zijn van de mens – van invloed op al het andere.
  3. Binnen het universum ligt een Bron van oneindig potentieel besloten – de Oorsprong; verbinding met deze Bron leidt tot de emergentie van nieuwe realiteiten – ontdekking, creatie, vernieuwing en transformatie.
  4. Mensen kunnen leren putten uit het oneindige potentieel van de Bron door een gedisciplineerd pad te kiezen dat leidt tot zelfverwezenlijking en liefde – de krachtigste energie in het universum; via oude tradities, door contemplatie en door rechtstreeks contact te hebben met scheppende natuurprocessen.

 “Je beschikt over capaciteiten waarmee je wonderen zou kunnen verrichten, als je maar wist hoe je ze moet aanboren”  David Bohm

“Voor de grote beslissingen in het leven dien je een dieper bewustzijnsgebied aan te boren. Beslissingen nemen is dan niet meer zozeer een kwestie van actieve ‘besluitvorming’, maar van het omhoog laten komen van een innerlijke wijsheid. Deze benadering van besluitvorming vraagt tijd en geduld, en een andere zeer belangrijke factor is moed. Er is moed voor nodig om naar je innerlijke wijsheid te luisteren. Maar als je daar eenmaal in slaagt, wordt het nemen van beslissingen tamelijk eenvoudig.    Brian Arthur

 

Het vermogen ontwikkelen om de emergerende toekomst aan te voelen en te verwezenlijken.

De basis van de U: observeren, observeren, observeren – terugtrekken naar de plaats van dieper weten – snel en vloeiend handelen

U-theory 2

 

Stadia van leiderschap:

  1. Egocentrisch leiderschap; nog geen ontwikkelde spiritualiteit, weinig vermogen om van anderen te houden, geleid door hun eigen wil, grillig.
  2. Succesvol leiderschap; gegroeid en anderen naar waarde kunnen schatten, passen zich aan aan de gevestigde regels van een organisatie of van een religie, eerlijkheid, fatsoen en respect voor anderen, bereiken wat ze willen bereiken met en via anderen.
  3. Dienend leiderschap; nog grotere expansie van het zelf dat alle mensen wil omarmen, gebruiken macht en invloed om anderen te dienen en in hun ontwikkeling te steunen. Hoge prestatiedrang maar nooit ten koste van anderen of van de samenleving.
  4. Vernieuwende leiders; belichamen de kenmerken van dienend leiderschap, maar beschikken ook over het vermogen om impliciete kennis aan te boren die baanbrekend denken, strategiebepaling en innovatie mogelijk maken – inclusief het visualiseren en creëren van het soort organisatie of samenleving die we wensen.. Zijn overtuigd van een inherente intelligentie in het universum en van de mogelijkheid om die intelligentie aan te boren.

 

“De meest grote uitvindingen en doorbraken zijn voortgekomen uit diepe verbondenheid met de Bron.”  John P. Milton

 

Zes componenten om communicatie met de Bron te intensiveren:

  1. De kracht van perspectief: openheid voor andere perspectieven, andere werkelijkheden serieus nemen, oude mentale modellen durven loslaten en ons oordeel opschorten.
  2. De magie van metafoor: het gebruik van metaforen om verschuiving in je perspectief te creëren.
  3. De rol van resonantie (liefde): jezelf opstellen als dienaar vol van liefde. Er is een gedeeld ‘wij’ i.p.v. twee ikken (vgl. Buber)
  4. Gebruik maken van onzekerheid: niet hechten aan de van tevoren bedachte uitkomst van het proces, maar meegaan met de stroom. Buber: “Laat het zich verwezenlijken zoals het verwezenlijkt wil worden, niet zoals ik het wil.”
  5. Conceptuele complementariteit van het bewustzijn en de Bron. Het individu moet op de bodem van de U de sterke intentie hebben tot het manifesteren van een nieuwe werkelijkheid en toch tegelijkertijd bereid zijn die zich te laten manifesteren zoals die nieuwe werkelijkheid het wil.
  6. Innerlijk zelfmanagement: gebruik van innerlijke instrumenten ten behoeve van zelftransformatie zoals meditatie, qigong en yoga. Hierbij worden onze bewustzijnskanalen afgestemd op de Bron.

 

David Peat:

  • Er bestaat een eeuwig creatieve Bron van oneindig potentieel die buiten de orde van onze gebruikelijke ‘logische’ tijdsindeling ligt. Deze Bron creëert constant en op elk eeuwig moment het universum.
  • Binnen dit proces van constante emergentie bevat elk moment zowel het heden als de zaden van de toekomst – binnen elk natuurproces ligt het geheel ingevouwen.
  • In het creatieve moment zijn geest en materie onlosmakelijk met elkaar verbonden. De mogelijkheden van de enorme energie die vrijkomt zijn oneindig.
  • Als de mens er niet naar streeft om de dingen te zien zoals ze werkelijk zijn (onderling verbonden en betekenisvol) raakt de creativiteit geblokkeerd en zullen de patronen van het heden zich in de toekomst blijven ontvouwen.
  • Het is een kunst het belang van een specifiek moment in de tijd te ‘weten’ – het moment dat het zaad is van waaruit toekomstige gebeurtenissen zich zullen voltrekken. Dat moment ‘zien’ we niet bewust, maar via onze stilzwijgende, impliciete kennis – het primaire weten – en door daar adequaat op te reageren, bieden we de toekomst de mogelijkheid om zich te ontvouwen en te manifesteren zoals zij dat wil.
  • De kwantumtheorie kent het begrip van de ‘strange attractor’ die een uiting is van alle interacties en relaties binnen een systeem en de omgeving ervan. Wij kunnen zelf die ‘vreemde aantrekker’ zijn: als we op het juiste moment in de tijd de juiste actie ondernemen, zullen mensen met een zelfde intentie en doel naar ons toe getrokken worden en krijgen we te maken met het fenomeen ‘verborgen handen’ en ‘deuren die opengaan’.

 

Polanyi: hoe voelt het om nieuwe kennis te ontdekken

  1. Losse hints komen in je op, fragmenten van een mogelijk coherent geheel die je het gevoel geven dat het probleem er is en je doen besluiten het te onderzoeken.
  2. Emergentie van heuristische passie (roeping), gedreven door universele intentie. De vage hints maken plaats voor een vast besluit om het vraagstuk verder te onderzoeken.
  3. Overgave en gevoel van dienstbaarheid, losmaken van huidige kennis om dieper te kunnen duiken.
  4. Inherentie als dynamische kracht tot begrip, doorwerken in de overtuiging dat de geest wordt voorbereid op het ontvangen van een waarheid vanuit bronnen die buiten zijn verstandelijke bereik liggen.
  5. Retraite en plotselinge verlichting: de gave van genade. Een plotseling verlichtend inzicht biedt de oplossing voor het probleem.
  6. Testen en verificatie, de verlichte oplossing was een voorlopige die nu verder getest moet worden.

Reacties op dit artikel