Jung was in eerste instantie een leerling van Freud, maar hij heeft vervolgens een eigen psychologie ontwikkeld. Jung verdeelde de psyche in het bewuste, het persoonlijk onbewuste en het collectief onbewuste. In het persoonlijk onbewuste bewaart een mens zijn verdrongen ervaringen en gevoelens die ooit bewust waren. Het collectief onbewuste is een gemeenschappelijke en onbewuste basis, ontstaan in de evolutie die beelden en symbolen bevat die algemeen menselijk zijn. Archetypes als de moeder, de held, de duivel, de filosoof zijn binnen bepaalde culturen universeel. De archetypes hebben zowel een positieve als een negatieve kant en reflectie op je in jou dominante archtypes kan je meer leren over jezelf. Archetypes komen naar voren in verhalen die je bedenkt of in dromen die in je slaap voorbijkomen.
De persona is het masker dat iemand opzet of de rol die iemand speelt om te voldoen aan de sociale verwachtingen.
De schaduw is de verborgen kant van iemands psyche die zichzelf manifesteert als iemand zegt: ‘ik weet werkelijk niet waarom ik dat nou deed’. De schaduw komt naar voren in dromen en zie je vaak terug in andere personen. Als je iemand niet mag, dan kan dat zijn omdat die persoon een eigenschap van jouzelf heeft die je liever niet wil zien.
Gezonde mensen vinden een evenwicht in hun verschillende kanten. Met het ouder worden kunnen we meer elementen uit onze schaduw opnemen in onze bewuste persoonlijkheid en onze maskers meer laten vallen.
Meer informatie over Jung vind je in de boeken van Connie Zweig over het omgaan met je schaduw. In coaching wordt o.a. in het boek ‘Het verhaal van de held’ (vd Sande en Reusel) gewerkt met een kaartspel van de Archetypen.