Ik heb veel van mijn moeder geleerd en daar ben ik haar heel dankbaar voor. Ik heb ook van haar geleerd om de harmonie te bevorderen in gezelschappen. Wij hadden daar thuis zelfs een eigen woord voor bedacht: ‘blauwhelmen’. Mijn moeder kon als geen ander blauwhelmen door bij een dreigend conflict in huiselijke kring letterlijk tussen de partijen in te gaan staan. “Jongens, moet dat nou zo”, “Laten we het alsjeblieft gezellig houden” of “Zal ik nog eens een lekker kopje koffie inschenken”. Goed bedoeld, liefdevol, maar niet altijd effectief. Het zorgde er onbedoeld ook voor dat niet alles uitgesproken werd en dat onderhuidse spanningen bleven bestaan.
Tijdens trainingen valt het mij op dat heel veel mensen zijn opgevoed in een sfeer van blauwhelmen en dat zij dat ook meenemen naar hun professionele context. Om de hete brij heen draaien, elkaar niet echt feedback geven en conflicten uit de weg gaan zijn uitingen daarvan en meestal niet effectief. Bart Brandsma levert in zijn mooie boek ‘Polarisatie’ een voor mij nieuwe en interessante invalshoek; is afwezigheid van conflicten nou de normaaltoestand of is het conflict juist de normaaltoestand? In het eerste geval ga je bij een conflict direct op zoek naar de zondebok en streef je naar herstel van harmonie en in het tweede geval is een conflict een kans om je conflictvaardigheid te trainen en om gezamenlijk te leren.
Heb jij vandaag nog een mooi conflict om aan te gaan?