Op zondag 8 november was ik met mijn zoon Daan bij Cambuur – Groningen. De verhouding tussen beide supportersgroepen is op zijn zachtst niet heel vriendelijk en ontspannen en voor de wedstrijd werd er dan ook al driftig naar elkaar gescandeerd en gejoeld. Toen gebeurde er iets heel moois waardoor de sfeer op de tribune waar ik stond meteen helemaal omsloeg.
De spelers van Groningen waren aan het inschieten op de reservekeeper van Groningen en af en toe vloog er een bal de tribune in. Kanonskogels die, als je dat niet gewend bent, keihard en gevaarlijk om je oren vliegen. Een van de ballen kwam terecht op het gezicht van een jongetje van een jaar of 7 en dat begon uiteraard hard te huilen bij zijn vader op schoot. De reservekeeper keek naar de tribune, zag wat er gebeurd was en onderbrak zijn warming up. Hij liep naar de reclameborden achter zijn goal en gebaarde naar de vader dat hij met zijn zoontje naar beneden moest komen. De vader deed dat aarzelend en liep naar de keeper toe. De reservekeeper boog zich over het jongetje en probeerde hem te troosten. Dat lukte slechts gedeeltelijk omdat het ventje veel pijn had en heel erg geschrokken was van de kanonskogel op zijn wangen. Ten slotte trok de reseverkeeper van Groningen zijn keepersshirt uit en gaf het aan de verbouwereerde jongen. Zonder iets te zeggen rende hij in zijn hemd naar de kleedkamers om iets anders aan te trekken. De hele Cambuurtribune werd even stil en begon toen spontaan te applaudisseren…