Byron Katie:
Al het lijden is verwarring.
Verwarring is verzetten tegen wat is.
Als je volmaakt helder bent, is wat er is wat je wilt.
Dus als je iets anders wilt dan wat er is,
kun je weten dat je verward bent.
Boeddhistische wijsheid:
Al het lijden ontstaat door onze gehechtheid aan een onjuist zelfbeeld
Lagen van onze identiteit:
- Het negatieve geloof
- De basisregels
- Patronen in denken, voelen en gedrag
- Het imago
Het negatieve geloof: de kern van ons zelfbeeld is zelfafwijzing en aversie tegen zelfafwijzing, dit wordt aangeleerd in de eerste 10 jaar van je leven. Een kind heeft dit eerst nog niet, maar dit is echter geen hogere staat van zijn omdat het nog onbewust is. Angst is de diepste kracht achter ons levenslange streven naar liefde en erkenning van anderen.
Door deze zelfafwijzing blijft onze ware natuur, die volmaakt is in zichzelf, voor ons onzichtbaar en raken we verstrikt in negatieve aannames over onszelf.
De basisregels: de regels waar we aan moeten voldoen om ons wel goed en waardevol te mogen voelen. Het voldoen aan deze regels levert ons liefde en erkenning van anderen op en voorkomt hun afwijzing. Voorbeelden van dit soort regels zijn: je moet braaf zijn, lief zijn, goed je best doen, geen ruzie maken, niet gek doen, je mag niet onzeker zijn etc. De geest richt zich op anderen en die worden de leverancier van veiligheid, liefde en erkenning, daarvoor zal hij zichzelf verloochenen en zich aan de basisregels houden
Patronen in denken, voelen en gedrag: nu heeft de geest het contact met zichzelf helemaal verloren en leeft in een schijnwereld van projecties en automatismen.
Als bepaald gedrag ooit heeft geleid tot afwijzing, bescherm je jezelf tegen nog een dergelijke ervaring door het gedrag uit te bannen. Andere mechanismen die ons moeten beschermen tegen afwijzing zijn bv het ‘nice-guy’ patroon, perfectionisme, helpaholic, passiviteit (het is toch nooit goed genoeg). Alle patronen vloeien voort uit de angst voor afwijzing en het resultaat is altijd meer zelfafwijzing.
Het imago: het beeld dat we willen dat anderen van ons hebben. Het is een geïdealiseerde constructie die een schijn van zelfverzekerdheid probeert te creëren. Het is de buitenste schil van onze identiteit die ervoor zorgt dat anderen ons zien zoals we onszelf graag willen zien en vooral dat anderen niet zien waarover we ons onzeker voelen. Welke imagotrucjes gebruik jij?
Twee stagnaties in de ontwikkeling van ons bewustzijn:
Versmelten met de huidige identiteit waardoor elke vorm van reflectie ontlopen wordt en waardoor groei en verandering geblokkeerd worden. Gebrek aan reflectie is een bescherming tegen de diepe angst voor afwijzing, het is dus geen vorm van zelfvertrouwen.
Dissociatie waarbij de geest wel openstaat voor groei maar waarbij eerdere fasen van groei worden afgestoten. Hierbij ontstaat verzet tegen eerder bezeten eigenschappen omdat die nu als onjuist worden geclassificeerd (vorm van zelfafwijzing).
Telkens als je een belemmerend patroon of automatisme bij jezelf hebt ontdekt, is er een sterke neiging om er vanaf te willen.
Algemeen: wanneer je je aan iemand ergert dan is dat of omdat je zelf onbewust ook zo bent (versmelting) of omdat je heel bewust niet zo wil zijn (dissociatie). Een derde optie is nog dat je graag iets meer van dat vertoonde gedrag zou willen bezitten, maar dat je daartoe niet in staat bent.
Kijk naar je eigen stagnaties met mildheid en vriendelijkheid. Als je jezelf hierom afwijst ben je weer terug bij het beginpunt. Het herkennen en erkennen van je patronen betekent dat je terug aan het keren bent naar je natuurlijke staat die goed, helder en authentiek is.
Zelfafwijzing is de kern van ons ego en daarmee de motor van het lijden, een vicieus proces dat door boeddhisten ‘samsara’ wordt genoemd.
Na een pijnlijke gebeurtenis volgt vaak versmelting met je emotie (herinnering aan het lijden) door zelfafwijzing waarna een fase van dissociatie kan volgen (nieuwe zelfafwijzing). Hierna kan een volgende vergissing volgen van projectie van je gevoelens op anderen of op de omstandigheden. Bij pijnlijke gevoelens projecteren we de oorzaak ervan en dus ook de verantwoordelijkheid ervoor op de persoon of de situatie die de trigger vormde voor deze pijn.
Projectie is de ultieme bedekker van de werkelijkheid, het meest versluierde mechanisme van samsara, de vicieuze cirkel van lijden en ons verzet daartegen.
Iemand die werkelijk vrij is van zelfafwijzing en angst voor afwijzing, iemand die contact heeft met zijn natuurlijke staat van liefde en erkenning, voelt zich nooit meer machteloos of slachtoffer van het gedrag van anderen.
Moet je dus dissociëren van projectie? Nee, maar je bewustworden van het projectiemechanisme en het integreren in het beeld van jezelf en de werkelijkheid zal je hierin wel verder helpen.
Het spirituele pad: ga niet aan de slag met je vermeende fouten en mislukkingen maar begin aan de wortel van al het lijden: de zelfafwijzing. In het boeddhisme zegt men dat het gebruikelijk is om pijnlijke plekjes, harde rotsen, doornige struiken etc. met leer te bekleden, maar je kunt beter zelf schoenen aantrekken.
Het tegendeel van zelfafwijzing is toelaten, omarmen en integreren. Zelferkenning in plaats van zelfafwijzing.
De essentie van het spirituele pad is het ontdekken van de ware staat van zijn, van jezelf en van de wereld om je heen.
Samsara is de geest naar buiten gericht, zichzelf verliezend in zijn eigen projecties.
Nirvana is de geest naar binnen gericht, zijn eigen natuur herkennend.